'Lange Lijnen in Nieuw-West' geeft een analyse van de structuur van de Westelijke Tuinsteden van Amsterdam en van de kwaliteit van de lanen, de grachten en het parkenstelsel in dit deel van de stad. Het plaatst kanttekeningen bij de ontwerpaanpassingen die sinds het vaststellen van het Algemeen Uitbreidingsplan in 1934 zijn doorgevoerd, en doet suggesties voor methoden om de kwaliteit van het gebied ook tijdens de herstructurering te waarborgen.