‘Pas op voor uiterlijke schijn’, waarschuwt Jacobus Bellamy
zijn verboden liefde Fransje, ‘bedenk dat die vergulde heertjes
zelden brave mannen zijn.’ Aan schijnheiligheid heeft de jonge
Vlissingse bakkersknecht en dichter een hekel. Als enkele notabelen
zijn talent herkennen en een theologiestudie in Utrecht
betalen, grijpt hij de kans om uit Vlissingen weg te komen waar
hij zich een ‘gekluisterde geest’ voelt.
Hij sluit zich aan bij de patriotten die strijden tegen de heersende
almacht van stadhouder Willem V. Onder het pseudoniem
Zelandus ontwikkelt hij zich tot spraakmakend dichter en nationaal
bekend patriot. Zijn erotische liefdesverzen maken hem
mateloos populair onder de ‘juffers’. Hij groeit uit tot een dichter
des vaderlands, rebel en blogger avant la lettre, gebruikmakend
van de sociale media van zijn tijd. Ook manifesteert hij zich als
dwarsdenker en als vernieuwer van de dichtkunst en roept op om
van de gebaande paden af te wijken. Maar er is ook veel drama en
tragiek: de onmogelijke liefde voor Fransje, zijn steeds slechtere
gezondheid, een armoedig bestaan als student.
Bellamy’s veel te korte levensloop fascineert, verbaast en intrigeert.
Zijn meeslepende levensverhaal is het meer dan waard om
voor een hedendaags publiek aan de vergetelheid onttrokken en
opnieuw verteld te worden.