Voor burgers, bedrijven en organisaties is de gemeente de eerste en meest zichtbare overheid. De gemeente raakt vaak direct aan hun belangen. Hoe kom je, te midden van deze maatschappelijke dynamiek, tot goed bestuur?
Volgens de auteurs is goed bestuur alleen mogelijk als de raad, het college en
de gemeentelijke organisatie tot samenspel komen. De drie actoren hebben ieder een andere rol en verantwoordelijkheid, maar kunnen niet zonder elkaar. Want hoe ga je bijvoorbeeld om met een management dat bestuurlijke taken van het college wil overnemen? Of met raadsleden die het idee hebben dat de organisatie de uitvoering niet snel genoeg ter hand neemt?
Aan de hand van voorbeelden en ervaringen uit de praktijk laten de auteurs zien wat wel en niet werkt in dit samenspel. En wat daarbij de rol is van de bestuurlijke driehoek: burgemeester, gemeentesecretaris en griffier. Dit boek geeft handreikingen hoe je samenspel in het gemeentelijke bestuurlijke bestel kunt inrichten, verbeteren én versterken. Want een plezierig lopend samenspel komt alle spelers ten goede, niet in de laatste plaats de inwoners!