Dit boek is een pleidooi tegen fatalisme en voor realistisch optimisme. Het laat namelijk zien dat betekenisvolle progressie bestaat, zowel in onze individuele levens als op het niveau van samenlevingen. De wetenschap van de psychologie biedt duidelijke aanknopingspunten voor hoe we progressie kunnen boeken. Het boek gaat uitgebreid in op het werk van bekende psychologen zoals Carol Dweck, Ed Deci, Richard Ryan, Daniel Kahneman, Anders Ericsson, Walter Mischel en Steven Pinker. Een voorwaarde voor het bereiken van progressie is dat we ons realiseren dat progressie mogelijk is. Een andere voorwaarde voor progressie is dat we ons inspannen en volhouden bij tegenslag. Verder is belangrijk waar we onze inspanningen op richten. Als we ons richten op het doen van wat we interessant en belangrijk vinden, is de kans op betekenisvolle progressie het grootst. Vaak blijft de progressie die we hebben bereikt onopgemerkt. Dat is zonde want het bereiken van progressie heeft positieve effecten op onze motivatie, onze emoties en ons functioneren. Daarom is het nodig om progressie systematisch te monitoren. Ook is het belangrijk om te beseffen dat progressie tevens nadelen met zich mee kan brengen in de vorm van nieuwe problemen die om oplossingen vragen. Dat progressie bereikbaar is, betekent niet er geen grote problemen bestaan en ook niet dat we ooit van alle problemen af zullen komen. Geen enkele situatie wordt ook ideaal en er zal dus altijd progressie nodig blijven. Hoewel we nooit een garantie kunnen hebben dat de toekomst progressie zal brengen, kunnen we kans hierop groot maken door bewust te kiezen voor progressie. Coert Visser (1963) is psycholoog en schrijver van meerdere boeken waaronder Doen wat werkt en Progressiegericht Werken. Beroepsmatig houdt hij zich verder bezig met het geven van trainingen en met coaching. Samen met Gwenda Schlundt Bodien richtte hij in 2002 NOAM op (www.noam.nu). In 2012 introduceerden zij samen de term progressiegericht werken.