Rond het jaar 100 na Christus schreef de Romeinse generaal en bestuurder Frontinus een fascinerende tekst over de aquaducten van Rome. Als watercommissaris van de stad was hij verantwoordelijk voor het goed functioneren van de leidingen die de circa 900.000 inwoners van Rome van water voorzagen. Via negen aquaducten stroomde iedere 24 uur maar liefst 500 miljoen liter water de stad in. De totale lengte van de waterleidingen bedroeg ruim 400 km.Frontinus beschrijft de bouwhistorie van de aquaducten en geeft technische details over de afmetingen, capaciteit en leverantie. Ook vertelt hij over het legertje slaven en ambtenaren dat voor het onderhoud zorgde en gaat hij in op gevallen van illegale wateraftap en andere vormen van fraude. De lezer krijgt zo van binnenuit een intrigerend kijkje op het Romeinse doen en denken, en waant zich voor even een Romeins architect!Frontinus' verslag bevat ook Senaatsbesluiten en dat levert een veelkleurig document op. Wat is eigenlijk de aard van dit unieke geschrift? Is het een juridische tijdopname van de wet- en regelgeving? Is het een beleidsnota? Geleerden vermoeden dat achter de zakelijke beschrijvingen door topambtenaar Frontinus ook een politieke agenda schuil gaat.Het oudste geschrift over watermanagement voor het eerst in een Nederlandse vertaling! Libellus Serie No. 2