Bewustzijn en bewustzijnsontwikkeling zijn weer actuele thema's geworden in het Darwinjaar, vooral dankzij discussies rond het boek 'Eindeloos Bewustzijn' van Pim van Lommel. Twee invloedrijke denkers koesterden daar soortgelijke ideeën over: de psychiater Carl Gustav Jung en de paleontoloog Pierre Teilhard de Chardin. Beiden zagen in de toekomst van de mensheid vooral een rol weggelegd voor het individu en de evolutie van onze hersenen. Dit boek vergelijkt het werk van Jung en Teilhard de Chardin met elkaar en bespreekt hun filosofische vooronderstellingen.
Volgens Teilhard is de persoon de belangrijkste vrucht van de evolutie tot nu toe, en kan evolutie eigenlijk alleen maar succesvol verlopen door verbetering van persoonlijke kwaliteiten van mensen. Volgens Jung wordt ieder van ons ten diepste gestuurd door het gezamenlijke geheugen van de mensheid: het collectief onbewuste. Evolutie is voor Jung mogelijk als ieder mens inhouden uit dat collectief onbewuste weet te verwerken in zijn eigen leven.
Beide invloedrijke denkers meenden dat de ontwikkeling van de wereld afhankelijk is van de ontplooiing van het individu. En daarmee legden ze een belangrijk fundament voor een overtuiging die vandaag de dag steeds meer aan terrein wint: namelijk dat voor een ecologisch verantwoorde inrichting van de aarde een evolutie van het bewustzijn nodig is.