Ten onrechte wordt God veelal omschreven in mannelijke termen. Maar als God universeel is, kan dat beeld niet kloppen; God is uiteraard Vader en Moeder ineen. In “God-Moeder” bespreekt Friedrich Weinreb de vrouwelijke kant van God op grond van de joodse traditie. Wat betekenen de begrippen ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ ten diepste? In het Hebreeuws is ‘mannelijk’ verbonden met ‘herinnering’ en het innerlijk. Het vrouwelijke staat voor omhulsel, de vormgeving, het lichaam. Hierbij gaat het om aspecten in ieder van ons, of wij nu man of vrouw zijn. Wij hebben allen een ziel én een lichaam. Bij het beeld van de ‘ontrouwe vrouw’ of het bedekken van het haar gaat het om aspecten _in onszelf_: de mens moet zich niet al te zeer met de uiterlijke verschijning van de dingen bezighouden, maar vooral ook met het wezen ervan. —— Friedrich Weinreb (1910–1088) heeft in een omvangrijk œuvre de wereld van de joodse mystiek uitgelegd aan de mens van deze tijd. Uitgaande van de overtuiging dat er in de Bijbel en in de joodse overlevering een oud weten is bewaard, zoekt hij naar een vaste leidraad die de mens op zijn weg door deze wereld houvast kan bieden.