Wie een bouwwerk wil bouwen, heeft daarvoor bouwproducten nodig, zoals bakstenen, raamkozijnen en dakpannen. Over de eigenschappen van die producten moet de fabrikant op grond van Europese regelgeving vaak informatie verschaffen door middel van een prestatieverklaring en CE-markering. Voor de prestatieverklaring kan een certificaat van een onafhankelijke derde een vereiste zijn.
Bouwwerken, zoals woningen en fabrieksgebouwen, moeten in Nederland aan eisen voldoen van veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid, die zijn neergelegd in het Bouwbesluit 2012. In dit besluit wordt op veel plaatsen verwezen naar normalisatienormen, die door privaatrechtelijke organisaties - NEN en Europese normalisatie-instellingen - zijn vastgesteld.
Op verzoek kunnen door onafhankelijke derden voor bouwproducten of bouwdelen (erkende) kwaliteitsverklaringen worden afgegeven. Daarin wordt verklaard dat een product bij een bepaalde toepassing of een bepaald proces aan eisen van het Bouwbesluit 2012 voldoet.
Aan welke juridische eisen moeten de genoemde verklaringen, certificaten en normalisatienormen die van private herkomst zijn en betekenis hebben in het publieke bouwrecht voldoen? Hoe wordt de kwaliteit ervan geborgd? Hoe functioneren de instellingen die de verklaringen afgeven of de normen vaststellen? Welke rol is in de toekomst voor vormen van private kwaliteitsborging, waaronder certificering, in het publieke bouwrecht weggelegd? Over deze vragen gaat dit boek.
Dr A.R. Neerhof is universitair hoofddocent staats- en bestuursrecht en verricht onderzoek binnen het onderzoeksprogramma 'Public Contracts: Law and Governance' van het VU University Amsterdam Centre for Law and Governance (VU CLG).