Niet opletten, klasgenoten van het werk afhouden, slordig werken, voortdurend om hulp vragen, of juist geen hulp durven vragen.
Het zijn allemaal voorbeelden van gedrag dat je als leraar liever niet ziet bij je leerlingen. Omdat het je les verstoort, maar vooral omdat dergelijk gedrag het leren ondermijnt.
Gelukkig kun je invloed op gedrag van leerlingen uitoefenen. Bijvoorbeeld door te werken aan fijne relaties en een prettig klasklimaat. Het is belangrijk dat leerlingen zich thuis voelen op school en weten welke regels daar gelden. Dat is bevorderlijk voor hun motivatie en hun leren. En niet onbelangrijk, een fijne omgang met leerlingen bepaalt voor een groot deel jouw werkplezier. Kortom, gedrag in de school is een onderwerp dat het waard is om je in te verdiepen, voor je leerlingen én voor jezelf.
Onderzoekers Martine Baars, Jeroen Janssen en Helma Koomen selecteerden achttien kernpublicaties uit de (inter)nationale literatuur over wat er komt kijken bij het stimuleren van gewenst gedrag en fijne relaties in de klas. Onderwijsjournalist Bea Ros beschrijft de inzichten hieruit in toegankelijke taal voor leraren in het basisonderwijs. Aan bod komen het werken aan goede relaties met leerlingen, klassenmanagement, het stimuleren van gewenst gedrag en zelfregulerend leren. Bovendien vertellen basisscholen hoe zij de theorie vertalen naar de praktijk van het klaslokaal en de schoolpraktijk. Praktische tips en verder lezen-tips met handige qr-codes maken het boek compleet.
Bestel ook de andere boeken in deze Didactief-serie: Op de schouders van reuzen, Werk maken van gelijke kansen, Leer ze lezen, Leer ze rekenen en Ken je leerling.