In de wei zag ik een groepje bolle, roze wezens liggen. Vanuit mijn ooghoeken gezien leken het enorme blote mensen. Het beeld was schokkend en imponerend. Het waren varkens. Pas toen realiseerde ik me dat ik sinds mijn zesde levensjaar, toen buren één varken hielden om aan huis te slachten, geen enkel varken buiten had zien liggen. Veertig jaar lang niet.Op haar vaste wandeling komt Monique Janssens nogal wat dieren tegen: vrije en aangelijnde, levende en dode, echte en nagemaakte. Die confronteren haar met vragen over dier en mens, lijden en welzijn, dood en leven. De relatie tussen dier en mens diept ze uit door te denken en te redeneren, door te onderzoeken wat filosofen en biologen erover te melden hebben, door erover te praten met anderen die ze ontmoet op haar tocht: een buurman met hond, een ecologische tuinman, twee veganisten. Steeds staat de vraag centraal: hoe kunnen we beter omgaan met de dieren om ons heen? De auteur schrikt er niet voor terug om nu en dan pas op de plaats te maken met een moraal van dit verhaal. Zo biedt ze iedereen die bereid is zich open te stellen voor een nieuwe manier van denken over dieren houvast in een complex vraagstuk.Monique Janssens studeerde communicatie en ethiek, en werkt als zelfstandig journalist en communicatieadviseur.