Dit boek is het ‘startboek’ voor een nieuwe reeks Arbeidsomstandighedenrecht.
Het arbeidsomstandighedenrecht omvat in het algemeen het geheel van normen dat gericht is op het beschermen van de werknemer tegen de met het verrichten van arbeid samenhangende invloeden die zijn veiligheid en zijn gezondheid (kunnen) bedreigen. De term ‘arbeidsomstandighedenrecht’ is overigens nog niet zo heel oud. Daarvoor werd gesproken van ‘arbeidersbescherming’ of ‘arbeidsbescherming’. Dit rechtsgebied is historisch gezien de bakermat van de wetgeving op het terrein van het arbeidsrecht geweest.
In hoofdstuk 1 is naast een begripsbepaling en de inhoud van dit rechtsgebied op nationaal niveau, ook aandacht besteed aan internationaalrechtelijke aspecten. Daarna is in hoofdstuk 2 een beeld geschetst van de ontstaansgeschiedenis van de twee kernwetten van dit rechtsgebied, namelijk de Arbeidstijdenwet en de Arbeidsomstandighedenwet, die vervolgens in de hoofdstukken 3 en 4 zijn behandeld. In hoofdstuk 5 zijn de medezeggenschapsaspecten van beide wetten in samenhang met de Wet op de ondernemingsraden aan de orde. In hoofdstuk 6 is aangegeven wie voor de naleving van deze beide wetten verantwoordelijk is en hoe de handhavingsnormering is vormgegeven. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan de handhaving van overheidswege. De mogelijkheden om zich tegen overheidsbeslissingen te verweren zijn echter buiten beschouwing gelaten.
Bij het tot stand brengen van dit boek is veel aandacht besteed aan de parlementaire stukken, de literatuur en de rechtspraak. Om de toegankelijkheid van het boek te vergroten, is gebruikgemaakt van een fijnmazige hoofdstukindeling, waardoor een bepaald onderwerp snel terug is te vinden. Ook is ervoor gezorgd dat de leesbaarheid optimaal is. De auteur vertrouwt erop dat dit boek een nuttig naslagwerk is voor de praktijk.
Over de auteur
Mr. dr. J. van Drongelen: universitair hoofddocent Sociaal Recht en Sociale Politiek Universiteit van Tilburg.