De combinatie van de actualiteit en de juridische veranderingen die op stapel staan op het gebied van het spoorvervoer is de aanleiding voor het onderwerp van dit boek: de overeenkomst van goederenvervoer per spoor.
De Rotterdamse haven, samen met de andere West-Europese zeehavens, dreigt vast te lopen door de explosieve groei van het containervervoer. Dit leidt tot capaciteitsproblemen van de Rotterdamse haven en tot lange wachttijden voor met name de binnenvaart. Het voor de hand liggende alternatief, het wegvervoer, kan geen oplossing bieden: files. Door deze capaciteitsproblemen en de grote vertragingen worden vervoerders gedwongen goederen per spoor te vervoeren. Dit maakt dat het belang van het spoorvervoer zal toenemen.
Aan de orde komen in dit boek het publiekrechtelijke kader; het internationaal recht (COTIF, CIM) en het nationaal recht.
Tevens gaat de auteur in op de vraag in hoeverre het recht dat van toepassing is op de overeenkomst van goederenvervoer per spoor in de toekomst zal veranderen.