Dit boek, uitgegeven in de serie (Re)organisatie, Fusie en Overname beschrijft het grensoverschrijdend insolventierecht zoals dat in Nederland geldt. De tijd dat grensoverschrijdend insolventierecht vooral als een academische aangelegenheid kon worden gezien, is voorbij. Steeds minder vaak beperken de gevolgen van een surseance van betaling of faillissement zich keurig tot de Nederlandse grens. Het is geen uitzondering meer dat zowel de activa als de passiva van de onderneming in moeilijkheden zich op moment van faillissement in meerdere landen bevinden. Sinds 2002 beheerst de Europese Insolventieverordening de gevolgen van insolventieprocedures tussen de lidstaten onderling, althans indien het centrum van voornaamste belangen van de schuldenaar in een lidstaat ligt. In overige gevallen moet teruggevallen worden op de regels van het Nederlandse grensoverschrijdend insolventierecht zelf. Deze laten echter veel aan duidelijkheid te wensen over, zelfs als het gaat om de basisvraag of buitenlandse procedures enig gevolg ten aanzien van Nederlandse vermogen toekomt. Te verwachten valt overigens dat het Nederlandse recht zowel door rechtspraak als door toekomstige wetgeving in toenemende mate aansluiting zal zoeken bij de Europese Insolventieverordening. Zowel het huidige, commune Nederlandse grensoverschrijdend insolventierecht als de Europese Insolventieverordening komen in dit boek uitgebreid aan bod. Aan de hand van voorbeelden en jurisprudentie wordt dit complexe rechtsgebied toegankelijk gemaakt voor de (praktijk)jurist. De nadruk ligt daarbij sterk op beschrijving van het positieve recht.
Over de auteur
Mr. J. Israel is universitair hoofddocent aan de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit Nijmegen.