Veel boerendochters verkozen afgelopen decennia een bestaan in de stad boven het leven op de boerderij. Tien van hen vertellen in 'Van het erf af' hun persoonlijke verhaal. Vrouwen die goed boerden zonder land, en het schopten tot lector, dierenarts, supervisor of reisleider. Over hun boerenafkomst hulden ze zich lange tijd in zwijgen. Want naast trots op hun boerenafkomst, was er ook gĂȘne voor het 'nest met een geurtje'.
In de gezinnen waarin deze boerendochters opgroeiden staken alle gezinsleden de handen uit de mouwen bij de zorg voor de levende have en ging het werk altijd voor. Boeken waren er veel te weinig en er werd zelden ergens diepgaand over gepraat. Openhartig beschrijven ze hoe ze zich losrukten van het soms paradijselijke, maar vaak ook benauwende boerenleven. Ze springen de vrijheid tegemoet. Hoe heeft hun jeugd op de boerderij hen gevormd? Zijn ze nog steeds boerendochter? Of zijn ze import geworden?
'Van het erf af' is veel meer dan een bundel persoonlijke verhalen. Ieder verhaal - of het nu gesitueerd is in de Noordoostpolder, het Drentse veen of de Bollenstreek - geeft een unieke kijk op de dramatische revolutie die zich op het platteland voltrokken heeft. Boeren stopten met boeren en hun kinderen trokken naar de stad, terwijl stedelingen neerstreken in de dorpen en zich aan het landleven laafden. Deze revolutie heeft niet alleen het eigen leven van de boerendochters die van het erf af gingen voorgoed veranderd, maar ook dat van hun familieleden die op het platteland bleven.