Zoals het aura van het kunstwerk in de twintigste eeuw al talloze malen is afgebrand, maar keer op keer uit zijn as herrees, zo komen ook oude clichés over de visionaire kunstenaar en diens soevereine schepppingsdrang steeds weer terug, zij het in nieuwe, aangepaste vormen.
Het kunstenaarschap is dus ook vandaag nog een mythe. Zit de kunstenaar per definitie gevangen in deze mythe? Is een gedemystificeerde kunstpraktijk voorstelbaar? Of heeft het kunstenaarschap zonder mythische lading geen toekomst?
De oorspronkelijke Nederlandse versie van De mythe van het kunstenaarschap (2007) heeft in de jaren na verschijning bijgedragen aan het actuele discours over het hedendaagse kunstenaarschap. De oorspronkelijke tekst ligt in het verlengde van zijn lectoraat beeldende kunst aan de AKV|St.Joost, Avans University, 's-Hertogenbosch. Vijf jaar na het verschijnen van deze tekst blijkt ook vanuit het buitenland nog altijd belangstelling te bestaan voor het onderwerp. Dit leidde tot de gezamenlijke totstandkoming van deze Engelse uitgave met een nawoord van de auteur.
Camiel van Winkel (1964) schrijft over beeldende kunst. Hij doceert kunsttheorie aan de Hogeschool Sint-Lukas in Brussel en is adviseur bij de Rijksakademie in Amsterdam. Voor zijn publicatie Moderne Leegte. Over kunst en openbaarheid (1999) ontving hij in 2000 de Jan Bart Klasterprijs voor de kunstkritiek, en in 2006 de Karel van Manderprijs van de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici. Ook schreef hij Het primaat van de zichtbaarheid (2005) en During the Exhibition the Gallery Will Be Closed. Contemporary Art and the Paradoxes of Conceptualism (2012).
Deze Engelstalige publicatie is verschenen in een reeks essays van het Mondriaan Fonds.