Het eerste deel van de Biografieën van Plutarchus bevat de levensbeschrijvingen van Alexander de Grote, G.Iulius Caesar, M.Tullius Cicero en Demosthenes. Plutarchus schrijft geen geschiedwerk maar een psychologisch verslag van de zielenroerselen van zijn hoofdpersonen. Hij laat zien hoe de goede en slechte eigenschappen van beroemde figuren hun omgeving en eigen positie hebben beïnvloed.