Dit is het wonderlijke verhaal van de vondst van een belangrijke tekst over het leven van Jezus Christus. Deze
tekst werd in 1887 in een klooster in Ladakh ontdekt, op de grens van India en Tibet, door de Russische onderzoeker Nicolas Notovitch. De tekst werd in 1890 gepubliceerd.
Hooggeplaatste prelaten uit de Orthodoxe en Katholieke kerk
waarschuwden Notovitch dat publicatie hem eerder kwaad dan goed zou doen. En dat gebeurde. Pas in de loop van de twintigste eeuw kreeg de tekst een zeker gezag mee.
Het Evangelie van Issa is bijzonder omdat het niet is gecensureerd door kerkelijke dogmatiek. Deze tekst stelt dat Jezus tussen zijn twaalfde en dertigste levensjaar in India en Nepal/Tibet verbleef voordat hij rond zijn
dertigste naar Palestina terugkeerde. Bijzonder zijn de woorden van Jezus (Issa) over de omgang tussen mannen en vrouwen, terwijl ook de Joodse leiders volgens deze tekst er alles aan deden om Pilatus af te brengen van zijn
voornemen Jezus te doden. Niet Pilatus waste zijn handen in onschuld maar de Joodse hogepriesters.
Het Evangelie van Issa is nu opnieuw vertaald. Samen met een inleiding en bijlagen van Paul van Oyen geeft dit boek een verrassend inzicht in de opleidingen die Jezus genoot vanaf zijn vroegste jeugd bij de Esseense broederschap, bij de Brahmanen in India en in Boeddhistische kloosters in
Nepal/Tibet. Het Evangelie van Issa is baanbrekend.