Pieter Kohnstam woonde de eerste jaren van zijn leven, tijdens de
Tweede Wereldoorlog, met zijn ouders in Amsterdam. Anne Frank,
wier dagboek wereldberoemd werd, was zijn buurmeisje, zijn oppas
en speelde met hem. Toen de nazi¿s Nederland bezetten en de familie
Frank onderdook, besloten de Kohnstams niet gezamenlijk onder te
duiken maar te vluchten.
De Kohnstams maakten een hachelijke reis door bezet Europa naar
Spanje en daarvandaan naar Argentinië. De reis, die een jaar duurde ,
werd gekenmerkt door gevaren en ontberingen, en ontsnapten ze op
wonderlijke wijze aan de dood. Onderweg zijn ze door veel mensen
geholpen ¿ winkeliers, spoorwegarbeiders, aristocraten, leden van de
ondergrondse, politieambtenaren, christenen en Joden. Zonder die
onbaatzuchtige hulp zouden de Kohnstams het niet hebben gered .
Vlucht naar de vrijheid vertelt een opmerkelijk verhaal. Een dergelijke
vlucht was slechts in een uitzonderlijk gevallen succesvol. De familie
Kohnstam had dit geluk.
Het boek is gebaseerd op de herinneringen van Pieters vader en is
een verslag van worstelingen, vastberadenheid en overlevingsdrang
tijdens de Holocaust. Het laat zien wat voor goeds er in mensen
schuilt en bevestigt dat niet geheel Europa door het kwaad was
aangetast.