Het menselijk lichaam toont zich, voor de onbevangen onderzoeker, als een groot wonder van de natuur.
In dit werk staan de organen, hun samenhang met de planeten en hun werking op de gehele mens centraal. Algemene medische én geesteswetenschappelijke inzichten worden samengebracht om de organen en hun betekenis voor de mens grondig te onderzoeken. Daarbij komen onder meer anatomie, pathologie, psychologie en therapie aan bod.
Daarnaast geeft dit werk een fascinerend inzicht in het menselijk wezen: in zijn lichamelijkheid, zijn psychologie en zijn samenhang met de spirituele wereld. Daarmee is het niet alleen een werkboek voor al degenen die therapeutisch werkzaam zijn maar ook een handboek voor een praktisch toepasbare menskunde.
Han Campagne (1929) groeide op in het voormalige Nederlands Indië. Daar leefde hij in de mystieke sfeer van de tropische natuur waarin hij als kind de realiteit van het buitenzintuiglijke ervoer. In combinatie met de antroposofische levensbeschouwing van zijn ouders ontstond daaruit de wil om arts te worden.
Na de oorlogsjaren, die hij deels in een Japans kamp doormaakte, studeerde hij in Utrecht medicijnen en werkte bijna 20 jaar als antroposofisch huisarts. Daarna werd hij instituutsarts in Scorlewald en Midgard. Daar werkte hij gedurende 10 jaar met grote voldoening met kinderen en volwassenen met een (verstandelijke) beperking.
In het kader van de opleiding tot heilpedagoog/sociaaltherapeut onder de vlag van de Raphaëlstichting gaf hij jarenlang les in o.m. antroposofische menskunde. Het materiaal van deze lessen groeide vervolgens, in de loop van vele jaren, uit tot dit boek waarin de auteur zijn ervaringen en inzichten heeft uitgewerkt.