Stoornissen in de vocht- en elektrolythuishouding komen veel voor bij acuut zieke patiënten. Het is van groot belang om basale kennis over water en zout toe te passen bij de diagnostiek en behandeling van patiënten, om met name iatrogene factoren te verminderen. De rol van infuusvloeistoffen en diuretica wordt toegelicht. ‘Water en zout’ gaat met herkenbare praktijkvoorbeelden in op de problematiek van stoornissen in vocht en elektrolyten. Met deze praktische handleiding op zak kunnen de meeste problemen met water en zout adequaat worden behandeld. Dit boek richt zich vooral op de acuut zieke patiënt. Bij de acuut zieke patiënt komen vochten elektrolytproblemen frequent voor. Verstoring van de water en zoutbalans leidt vaak tot een verhoogde morbiditeit en zelfs een verhoogde mortaliteit. Verder blijkt dat een groot deel van deze problemen van iatrogene oorsprong zijn. Denk bijvoorbeeld aan een patiënt die na een langdurige en grote buikoperatie extra vocht toegediend krijgt wegens een lage bloeddruk en verminderde diurese. Vaak komt het voor dat, bij uitblijven van voldoende urineproductie na extra vulling, alsnog een diureticum gegeven wordt. Deze patiënt is dus voor zowel ondervulling als overvulling behandeld en met het (onterecht) toedienen van een diureticum wordt de elektrolytenbalans verder verstoord. Een simpele bepaling van de urine natriumconcentratie had geleerd dat deze patiënt mogelijk ondervuld was en juist meer vocht had moeten krijgen.