De jurist Harry Holla (1904-1992) groeide tijdens de Tweede Wereldoorlog uit tot een prominent verzetsman en zette zich belangeloos in voor een aantal in het nauw gedreven Vughtse en Bossche Joodse families.
Direct na de bevrijding werd Holla benoemd tot president van het Tribunaal in ’s-Hertogenbosch dat oorlogsmisdaden moest beoordelen.
Aan de hand van leven en werk van Harry Holla brengen Peter Baas, Truus Wertheim-Cahen en Arnoud-Jan Bijsterveld in deze uitgave, vanuit verschillende invalshoeken, de verbondenheid aan het licht tussen de uiteenlopende persoonlijke verhalen van de eerste, tweede en derde generatie erfdragers. Daarbij staan herinneren en herdenken centraal.