Wie in Depot Boijmans Van Beuningen langs de rekken met negentiende-eeuwse schilderijen loopt, ziet in eerste instantie heel veel gouden lijsten, rijk geornamenteerd met uiteenlopende motieven. Ze leiden het oog naar een landschap van Barend Cornelis Koekkoek, een boomtak van Théodore Rousseau, een zelfportret van George Hendrik Breitner of spelende katjes van Henriette Ronner-Knip.
Net als de schilderijen hebben ook de lijsten al een heel leven achter zich: sommige werden nog door de kunstenaar zelf besteld, andere door een latere handelaar, verzamelaar of museumdirecteur. Maar wat waren zoal hun criteria en tot welke lijstenmakers wendden ze zich? Om een antwoord op deze en andere vragen te vinden en meer inzicht te krijgen in de stilistische en materiaal-technische ontwikkeling die de lijst in de lange negentiende eeuw (1780-1914) doormaakte, startte het museum in 2020 een meerjarig onderzoek. Het resultaat is deze Boijmans Studie die bovenal duidelijk maakt dat achter elke combinatie van schilderij en lijst een uniek verhaal schuilgaat.