Over rechtsvorming door de Hoge Raad is de afgelopen decennia in Nederland veel geschreven. Zoveel dat het lastig is om alle hierover verschenen literatuur aandachtig te lezen. Máár, zoals Asser terecht in zijn bijdrage betoogt: 'De verregaande staat van afgeklovenheid van het bot illustreert alleen maar hoe belangrijk en boeiend het fenomeen voor juristen is.' Nog steeds staat de taak van de Hoge Raad ter discussie. Geacht wordt dat de Hoge Raad zijn taak met raad en daad vervult. Maar, wat houdt die taak eigenlijk in? En wordt deze wel door de Hoge Raad met raad en daad vervuld? Waar liggen de grenzen van rechtsvorming door de Hoge Raad? Welke invloed hebben cassatieadvocaten en advocaten-generaal op de rechtsvorming? Hoe gaan rechtscolleges buiten Nederland om met rechtsvorming? En zelfs: hebben we de Hoge Raad eigenlijk wel nodig? De bijdragen in deze bundel vormen de weerslag van de zoektocht naar antwoorden op deze en tal van andere vragen en houden allen verband met de rechtsvormende taak van de Hoge Raad, voor zover deze al bestaat.