Deze atlas beschrijft de ruimtelijke ontwikkeling van Zwolle aan de hand van kaarten, cartografische reconstructies, schilderijen en foto’s. In 35 overzichtelijke hoofdstukken wordt een schat aan archeologische, historische en stedenbouwkundige informatie gepresenteerd.
Begonnen rond 800 op een dekzandrug aan het riviertje de Aa, in de IJsseldelta, groeide Zwolle uit tot regionaal marktcentrum en handelsknooppunt tussen oost en west. Vanaf ongeveer 1350 beleefde de stad een bloeiperiode dankzij de goede verbindingen met Holland en het Duitse Hanzegebied. Onder invloed van de Moderne Devotie werden kloosters en onderwijsinstellingen gesticht.
In de Republiek was Zwolle een voorname post in het Hollandse stedensysteem, waaraan de stervormige verdedigingswerken nog altijd herinneren. Langzaam werden de rivalen Kampen en Deventer voorbijgestreefd. Als hoofdstad van Overijssel verwierf Zwolle in de negentiende eeuw een nieuw aanzien: het werd een voorname bestuursstad. De industrialisatie kwam moeizaam op gang, maar mede door aansluiting op het spoorwegnet bleef de stad een belangrijk knooppunt van verkeer en handel.
Toen in 1967 een groot deel van de gemeente Zwollerkerspel werd ingelijfd, kreeg Zwolle de ruimte voor grootschalige uitbreidingen, zoals Zwolle-Zuid. Na 2000 bleef de stad groeien: ruimtelijk met de bouw van Stadshagen, maar ook economisch. Regio Zwolle, een samenwerkingsverband van tweeëntwintig gemeenten in vier provincies, heeft zich als scharnier tussen oost en west tot vierde economische topregio van Nederland ontwikkeld.