De gevierde Nederlandse architect en stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren is vooral bekend door zijn werk voor het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) voor Amsterdam, dat in 1934 tot stand kwam en na de Tweede Wereldoorlog werd uitgevoerd, en door zijn rol als voorzitter van het Internationaal Congres van de Moderne Architectuur (CIAM), van 1930 tot 1947. Hij was een pionier en een zeer invloedrijke figuur binnen het zogeheten modernistisch urbanisme.Tijdens zijn minder bekende, vormende jaren in de jaren twintig, een zeer opwindende periode in de culturele geschiedenis van de twintigste eeuw, was de nieuwsgierige en getalenteerde jongeman echter steeds op het juiste moment op de juiste plek aanwezig. Hij bezocht het Bauhaus in Weimar, waar hij onder meer Walter Gropius, El Lissitzky en Theo van Doesburg ontmoette. Hij bracht een week door in Wenen bij Adolf Loos. Hij trad toe tot De Stijl en werkte samen met Van Doesburg en Gerrit Rietveld aan de (nu legendarische) De Stijl-tentoonstelling in Parijs in het najaar van 1923.Dit chronologisch relaas, ondersteund door dagboekaantekeningen en persoonlijke brieven, volgt de gebeurtenissen van Van Eesterens jeugd op de voet. En door zijn ontmoetingen, vriendschappen en twisten wordt de artistieke tijdgeest van de jaren twintigop een aangename manier tastbaar.Engelse Editie: ISBN 978 90 6868 625 8