Op bovenstaande titel heeft Gilles Quispel achttien zeer diverse auteurs samengebracht. Allen hebben zij de rijke geestelijke stroming die de gnosis was en is, van hun kant belicht. Dat levert thema's op als: De vrouw en de gnosis, de onbekende God in de gnosis, Plotinos en de gnosis, Hegel en de gnosis, Het geheim van de goddelijke Sophia, Faust en de gnosis, Gnosis en antroposofie. Maar ook: De achtergrond van Montaillou, Mani en Augustinus, Martin Buber en C.G. Jung, enz. Steeds gaat het om gnosis als de 'kennisse des harten', om de innerlijke ervaring die zich in beelden uitdrukt. In deze bundel, zo zegt Gilles Quispel in zijn inleiding, "hebben de experts met de stukken aangetoond dat de Gnosis van alle tijden is".
Het bijzondere van dit boek is dat het de cultuurgeschiedenis van Europa als een driestromenland beschouwt. In Athene werd de rede ontdekt. En in Jeruzalem het geloof. Maar de oorsprong van de gnosis ligt in Alexandrië. Daar is zij in het gebied van een vrijzinnig jodendom ontstaan en heeft altijd bestaan, tot zij uitmondde in Theosofie, Antroposofie en Rozenkruis. Dit was voor Gilles Quispel het uitgangspunt om deze bundel samen te stellen met een scala aan auteurs.
Over de auteur:
Gilles Quispel (1916-2006) was hoogleraar in Utrecht, Leuven en Harvard, en dé Nederlandse Gnosis-kenner. Voor uitgeverij In de Pelikaan heeft hij vertaald en becommentarieerd: Valentinus de gnosticus en zijn evangelie der waarheid, en Het Evangelie van Thomas. (Distributie Rozekruis Pers)