Op 8 april 1407 gaf Willem VI, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, een stadsrecht aan Leerdam. Waarom was de graaf juist toen bereid dat te doen? Wat hield het recht precies in en welke gevolgen had het voor de ontwikkeling van de stad?In Verkochte vrijheid beantwoordt Antheun Janse, docent middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit Leiden, deze vragen De gebeurtenissen van 1407 blijken deel uit te maken van een bloedige vete, die de inwoners van het grensgebied tussen Holland, Gelre, Brabant en Utrecht meer dan een decennium lang veel overlast bezorgde. Pas toen de graaf diplomatieke concessies wilde doen en de onderhandelaars verregaande privileges en financiƫle voordelen beloofde, slaagde hij erin de streek in zijn macht te krijgen. In ruil voor een stadsrecht huldigde Leerdam de graaf als heer. De stad bleef echter in de frontlinie en moest uiteindelijk, vooral door grafelijk geldgebrek, weer uit handen worden gegeven. Het stadsrecht was toen al lang vergeten.Middeleeuwse Studies en Bronnen cv