Dat universiteiten geen ivoren torens zijn, maar maatschappelijke instellingen die met duizend draden zijn verbonden met de samenleving laat Pieter Caljé zien aan de hand van de sociale en culturele geschiedenis van de studenten van één universiteit - die van Groningen. Daarbij worden sociale, politieke en geografische lange-termijnprocessen verbonden met zo goed mogelijk gereconstrueerde levens van vijf cohorten studenten uit de negentiende eeuw en een cultuurgeschiedenis van het Groninger studentencorps Vindicat atque Polit. Om die negentiende-eeuwse processen goed in zicht te krijgen, is een flinke aanloop nodig, die al in de late Middeleeuwen begint. Thema's die in dit boek aan bod komen, zijn de geografische heroriëntatie van het gewest Groningen, de verwerving van het academische monopolie over Noord-Nederland, staats- en natievorming, elitevorming en professionalisering, sociale democratisering en het ontstaan en de transformatie van de burgerlijke universiteit. De universiteit wordt zo een instituut in het hart van de Nederlandse samenleving.