Binnen het Hoogheemraadschap van Rijnland is eeuwenlang turf gewonnen. Ondanks het feit dat de overheid door regelgeving probeerde de schade voor het land zoveel mogelijk te beperken, leidde de turfwinning in de loop van de zeventiende eeuw tot grote waterstaatkundige problemen. In 1680 voerde Rijnland een nieuw reglement in: stuivergeld werd geheven en nieuwe consenten werden alleen nog verleend op voorwaarde van droogmaking van de waterplas die zou ontstaan. De voorheen versnipperde turfwinning werd vanaf dat moment projectmatig opgezet. De reglementering leidde ook tot een nauwkeurige registratie van de veenlieden die de turf lieten baggeren en de omvang van de productie. Gebaseerd op deze gegevens, gecombineerd met materiaal uit notariƫle en rechterlijke archieven, geeft Arjan van 't Riet een gedetailleerd beeld van de dagelijkse werkzaamheden van veenlieden, turfarbeiders en turfschippers in de zogenaamde buitenrijnse ambachten van Rijnland tussen 1680 en 1800.