Woordenschat is een onmisbare basis voor communiceren en leren. Leerlingen die beschikken over
een omvangrijke, rijke woordenschat communiceren beter en verwerven gemakkelijker kennis dan
leerlingen met een beperkte woordenschat. Uitgangspunt in dit boek is daarom dat het noodzakelijk
is dat álle leraren in basisonderwijs, voort gezet onderwijs en mbo aandacht besteden aan
woordenschat en samen zorgen voor een doorgaande lijn in woordenschatonderwijs.
Dit boek presenteert drie pijlers van woordenschatonderwijs: woorden leren en gebruiken,
woordleerstrategieën leren en woordbewustzijn en -eigenaarschap ontwikkelen.
Met name de laatste pijler zorgt ervoor dat leerlingen levenslang woorden blijven leren.
Aan de hand van dit boek kunnen interne begeleiders en taalcoördinatoren leraren begeleiden bij
het vergroten en verrijken van de woordenschat bij hun leerlingen. Ook wordt aandacht besteed
aan woorden leren in het vreemdetalenonderwijs en aan de implementatie en borging van
woordenschatonderwijs in het curriculum.