Even dacht Max dat hij een hartverzakking kreeg: de mail die hij uit Amerika ontving leek van zijn onderduik broer Gerrit Wetterauw te komen, maar Gerrit was een half jaar daarvoor overleden. Het bericht was verstuurd door ene Garret Wetterauw, een Amerikaan die op zoek was naar zijn Friese herkomst. Garret blijkt geen directe familie te zijn van Max’ onderduik gezin, maar Garret en Max raken wel bevriend. Hun ontmoeting is de start van een briefwisseling over de onderduik in Tzummarum; Max’ verlangen naar Friesland, nadat zijn vader en ‘mammie’ hem destijds meenamen naar Amsterdam; en de ‘oorlog’ na de oorlog.
Max leeft met een geheim: namelijk, wat de vrouw die zich zijn moeder noemde hem aandeed. Na zijn vaders dood vindt Max een oude filmtrommel. Een vriend digitaliseert de beelden en pas dan, meer dan zestig jaar na dato, ziet Max zijn echte moeder.