De eerste editie van Autism: explainig the Enigma (1989) werd snel een klassieker omdat het boek voor het eerst een bevredigende beschrijving gaf van wat er gebeurt in het hoofd van een persoon met autisme. Uta Frith zag als sleutelgegevens voor een verklaring voor autisme: het gebrek aan vaardigheid om gedachten en gevoelens te (h)erkennen (theory of mind), en het gebrek aan vaardigheid om stukken informatie te integreren tot coherente gehelen (centrale coherentie). Frith toonde dat de problemen i.v.m. communicatie, sociale interactie en buigzaamheid zich vanuit dit beginpunt ontvouwen. Dat de hypothese van Frith de test van de tijd heeft doorstaan, wordt met deze grondig herziene editie duidelijk. Geheel nieuw is het gedeelte van het boek waarin de recente bevindingen over autisme op neurologisch vlak worden beschreven. Frith besteedt ook aandacht aan de actuele hype over een mogelijke epidemie van autisme en aan de nieuwe diagnostische criteria voor autisme.Uta Frith gaat dezelfde uitdaging aan als in de eerste editie: fictie van feiten onderscheiden wat betreft een raadselachtige stoornis, het autisme. Haar gids daarbij is de theorie, geworteld in gedegen wetenschappelijk onderzoek. Maar in tegenstelling tot heel wat andere reviews van wetenschappelijk onderzoek, leest het boek bijna als een detectiveverhaal. Frith brengt immers niet alleen een literatuurstudie maar illustreert de resultaten van soms erg technische studies met zeer herkenbare anekdotes en voorbeelden uit de praktijk. In dat opzicht is het boek niet alleen interessant voor wetenschappers maar ook voor ouders en zorgverleners. Dit is een standaardwerk, een must voor iedereen die betrokken is bij autisme. - Peter Vermeulen