Nederlands en Duits zijn nauw met elkaar verwant en veel Nederlandstaligen kunnen het Duits wel globaal begrijpen. Maar om zich correct in het Duits uit te drukken is meer nodig. Dat ligt in de eerste plaats aan de grote vormenrijkdom van het Duits. Daar komt bij dat juist de taalverwantschap veel Nederlandstaligen geregeld op het verkeerde been zet, wat zich uit in forse aantallen neerlandismen. Daarom wordt in deze basisgrammatica voornamelijk aandacht besteed aan de Duitse vormleer en aan de specifieke problemen die Nederlanders en Vlamingen ondervinden bij het gebruik van het Duits.
In deze Basisgrammatica Duits is gestreefd naar een zo groot mogelijke toegankelijkheid voor een zo breed mogelijk publiek. Daarom is het boek in het Nederlands geschreven. De vakterminologie is eveneens zoveel mogelijk in het Nederlands en bovendien tot een minimum beperkt. De indeling is eenvoudig gehouden. In combinatie met de uitvoerige inhoudsopgave en de registers vergemakkelijkt dat een vlot gebruik.
Dit boek is bestemd voor wie in opleiding of beroep behoefte heeft aan een degelijke Duitse grammatica. Het boek kan worden ingezet in het hbo en in cursussen voor mensen die hun kennis van het Duits willen opfrissen of vergroten. Het kan als leerboek maar ook als naslagwerk worden gebruikt.