G.I. Gurdjieff (1866-1949) was een Grieks-Armeens filosoof, mysticus, schrijver, componist, choreograaf en handelaar. Hij behoort tot de grote spirituele leraren van de vorige eeuw. Zijn geschriften zijn tot op de dag van vandaag een bron van inspiratie en behoren tot de klassiekers op dit terrein. Hij verzamelde zijn esoterische kennis bij verschillende leermeesters en stromingen in Azië en het Midden-Oosten en trad daarmee vanaf 1912 naar buiten. In 1922 zet hij nabij Parijs het ‘Instituut voor de Harmonische Ontwikkeling van de Mens’ op. Na een auto-ongeluk begint hij in 1924 te schrijven aan zijn magnum opus, het driedelige All and Everything. In het eerste deel van deze trilogie, Beëlzebubs verhalen aan zijn kleinzoon, presenteert hij zijn inzichten in verhaalvorm, met behulp van een bewust gekozen complex taalgebruik om de lezer bij de les te houden. In het tweede, meer toegankelijke Ontmoetingen met bijzondere mensen, geeft hij, ogenschijnlijk autobiografisch, een kijk op zijn zoektochten naar spirituele verdieping. Het derde deel, Het leven is alleen echt wanneer ‘ik ben’, verschijnt pas twee decennia na zijn dood.
Vlak voor zijn dood in oktober 1949 gaf George Ivanovitch Gurdjieff toestemming voor de publicatie van Beëlzebubs verhalen aan zijn kleinzoon. Dit kosmologische epos is gebaseerd op de legende van ‘Beëlzebub’, waarin deze aan zijn kleinzoon Hassein zijn belevenissen en avonturen vertelt op de planeet aarde waar hij tijdens zijn verschillende bezoeken lange tijden heeft gewoond. Zijn verhalen omvatten het hele aardoppervlak en strekken zich uit over duizenden jaren, waardoor hij ons de relativiteit doet beseffen van het huidige tijdperk waarin wij leven. Hij beschrijft de vreemde gewoonten en problemen van de mensheid met diep mededogen en soms humor. Maar hij wijst tegelijkertijd de weg naar de ontwikkeling van de innerlijke mogelijkheden van de mens door bewustwording en naar het universele plan waar de mensheid was voorbestemd deel van uit te maken en waarvan hij zo ver verwijderd is geraakt. Gurdjieff had zich ten doel gesteld om de zelfgenoegzaamheid en de vele illusies van de mens te vernietigen en te wijzen op de noodzaak van innerlijke groei door een werkelijke, bewuste inspanning. Juist in deze tijd, waarin de meest essentiële waarden van ons bestaan in toenemende mate worden bedreigd, is zijn boodschap van grote betekenis. In wezen appelleert Gurdjieff met zijn leer aan het vaak onbewuste verlangen om te worden wie wij werkelijk zijn. In talloze centra over de hele wereld wordt gewerkt met de ideeën van Gurdjieff. Van belang hierbij zijn de directe overdracht in groepsbijeenkomsten en het werken met ‘movements’.
Beëlzebubs verhalen aan zijn kleinzoon is al decennia lang beschikbaar in een Nederlandse vertaling. Deze nieuwe druk is in samenwerking met de Nederlandse Gurdjieff stichting geheel herzien en geactualiseerd.