Na het grote succes van de in 1976 gepubliceerde Aantekeningen uit de jaren 1961 en 1962 waren de verwachtingen hoog gespannen toen in 1982 bekend werd dat opnieuw een verzameling dagboekaantekeningen zou worden gepubliceerd, deze keer van later datum, namelijk de jaren 1973 en 1975.
In september 1973 besloot Krishnamurti ineens weer een dagboek bij te houden. Bijna zes weken lang maakte hij dagelijks aantekeningen. De eerste maand van deze periode verbleef hij in Engeland, de rest van de tijd was hij in Rome en, toen hij achttien maanden later in Californië was, schreef hij ook daar verder.
Vrijwel iedere passage begint met een nauwgezette beschrijving van een landschap - kenmerkend voor de zuiverheid van Krishnamurti's waarnemingsvermogen. Dit nieuwe Dagboek laat dan ook duidelijk zien dat zijn boodschap werd geïnspireerd door zijn verbondenheid met de natuur. De natuurbeschrijvingen vormen de opmaat voor vele originele, vaak tegendraadse uitspraken over meditatie, innerlijke vrijheid, geestelijke leraren en afhankelijkheid. Krishnamurti verwijst in dit 'Dagboek' vaak naar zichzelf als 'hij' en vertelt ons zo terloops iets over zichzelf, wat hij nog niet eerder had gedaan.