In de afgelopen decennia heeft het bevorderen van de kwaliteit van de gezondheidszorg een hoge vlucht genomen. Cliënten willen goede en steeds betere zorg krijgen. Zorgverleners willen goede en steeds betere zorg leveren. Deze ontwikkeling heeft geleid tot het op grote schaal invoeren van kwaliteitsprojecten in de gezondheidszorg. Zorgvormen en behandelmethoden worden expliciet gemaakt, kwaliteitsnormen worden vastgesteld en de kwaliteit, inclusief het effect, wordt cyclisch geëvalueerd. Deze aanpak leidt tot een proces van voortdurende optimalisering van de zorg. In dit boek worden, vanuit een antroposofische benadering, ethische uitgangspunten en methodische aspecten van goede verstandelijk gehandicaptenzorg en kinder- en jeugdpsychiatrie beschreven. Daarmee wordt tegelijkertijd inzichtelijk gemaakt hoe het kwaliteitsvraagstuk vanuit een antroposofische benadering een specifieke invulling krijgt, een die doorwerkt tot in de dagelijkse zorgpraktijk. De volgende onderwerpen komen aan bod: ethische uitgangspunten voor de zorg (gelijkwaardigheid, dienstbaarheid en tegenwoordigheid van geest), verstoorde ontwikkelingen vanuit een spiritueel-ontwikkelingspsychologisch gezichtspunt, de kernelementen van de zorgpraktijk die als "middel" gebruikt kunnen worden, de beroepsidentiteit van de begeleider, de methodische fasen in het zorgproces (bijvoorbeeld de beeldvorming, de meditatieve verwerking en de evaluatie van contextgeïntegreerde interventies), en de wetenschappelijke verantwoording van de methodiek. Daarnaast wordt de geschiedenis en de maatschappelijke inbedding van de antroposofische zorg voor mensen met ontwikkelingsproblemen in met name Nederland beschreven. Het handboek is primair bedoeld voor hulpverleners en ouders met interesse voor een expliciete visie op goede zorg. Dit boek, verschenen onder eindredactie van Erik Baars, bevat bijdragen van Erik Baars, Pim Blomaard, Marijke Bijloo, Bernard Heldt, Willem de Koning en Martin Niemeijer.