Marinus van Beek, was een gewone Hollandse jongen, in 1921 geboren in Utrecht. Als oudste zoon van een kruidenier wordt hij vertegenwoordiger in vleeswaren. Maar hij heeft een droom: hij wil beeldhouwer worden.
Zijn dramatische verhaal speelt zich af in 1940-1945, tijdens de oorlogsjaren, wanneer hij zich aansluit bij een groep andere jongens om de mensen te overtuigen van de kwade bedoelingen van de Duitse bezetter. Maar in hun acties gaat het mis. Hij wordt door de vijand gezocht.
Dankzij de hulp van een mooi, lief meisje weet hij aan de dood te ontkomen. En met behulp van een aantal beeldhouwers is hij in staat een meesterstuk te realiseren. Met deze grote creatie is deze jongen na de bevrijding een man geworden en krijgt hij erkenning als de beeldhouwer Marius. In dit boek vindt u zijn herinneringen aan die periode.