De voordrachten die Rudolf Steiner in 1923 over de bijen hield hebben aan waarde niets verloren. Integendeel, de voorspelling die Rudolf Steiner deed dat de bijen het zeer moeilijk zullen krijgen als we honderd jaar met de kunstmatige bijenteelt zouden doorgaan, is helaas maar al te zeer waar. De kunstmatige bijenteelt begon rond 1908-1912. De overgrote meerderheid van de imkers handelt nog altijd kunstmatig manipulatief. De toegankelijke voordrachten in dit boek geven - ook voor de leek - inzicht in de geheimen van het bijenvolk. Rudolf Steiner gaat in op de relatie van de bijen tot de zon, en tot het menselijk organisme. Hij behandelt de werking van de honing en de consequenties daarvan voor de menselijke voeding. Ook de plaats die de bij inneemt in het dierenrijk komt ter sprake. Met een nawoord van Theo Georgiades, waarin onder andere is opgenomen een interview met de kunstenaar Joseph Beuys over Bijen in de kunst.