Deze elf voordrachten uit 1917 hebben een even spannende als gecompliceerde inhoud: de inslag die het mysterie van Golgotha in de wereld heeft betekend, en de gang die het historische christendom sindsdien heeft genomen. Vanuit verschillende, ook verrassende invalshoeken schetst Rudolf Steiner een beeld van de tijd rond het begin van onze jaartelling. De oude spiritualiteit raakte toenemend verduisterd. De ratio van Rome was aan zet. In deze wereld vormde de christelijke impuls aanvankelijk een vreemd en gehaat element. Daarvan getuigen niet alleen de christenvervolgingen. Steiner vertelt hoe verscheidene Romeinse keizers ook esoterisch-magisch de confrontatie met het christendom aangingen. In de vierde eeuw vindt de grote omslag plaats. Keizer Constantijn maakt het christendom in feite tot staatsgodsdienst en verweeft het zo met Rome. Tegelijkertijd worden de heidense tempels massaal gesloten of vernield. Julianus Apostata, een van Constantijns opvolgers, tracht deze breuk met de oude spiritualiteit nog ongedaan te maken. Tevergeefs: de ontspiritualisering van het Westen zal zich onstuitbaar voortzetten tot in onze tijd. Door de voordrachten heen ontstaat een indringend beeld van de oorspronkelijke impuls van het christendom en hoe weinig daarvan tot op heden verwerkelijkt is. Rome leeft nog altijd, en niet alleen in onze wetten. Om een christelijke cultuur en christelijke vormen van samenleving te ontwikkelen, moet de radicale impuls van het christendom herontdekt worden. De tijd is er rijp voor.