In tijden waarin (westerse) esoterie een wetenschappelijk studieobject is geworden en het New Age-karakter van zich heeft afgeschud, is het boek De wetenschap van de geheimen der ziel meer dan ooit op zijn plaats. Hoewel inmiddels honderd jaar geleden verschenen, doet het aan als enorm actueel en juist voor deze tijd geschreven. Het wetenschappelijk karakter ervan wordt door Steiner op alle mogelijke manieren benadrukt. Het biedt dan ook een systematisch overzicht van de belangrijkste esoterische themas. Alle spirituele sleutelbegrippen, zoals etherisch lichaam, astraal lichaam en ik, reïncarnatie en karma, verlichting en inwijding, worden stap voor stap toegelicht. Steiner beschrijft in uitvoerige hoofdstukken de werkelijkheid van de slaap en van de dood, het geestelijk verleden van mens en aarde, de weg van de inwijding en heden en toekomst van de menselijke ontwikkeling. Aan deze uitgave is een uitvoerig apparaat van noten en een gedetailleerde inhoudsopgave toegevoegd, waardoor het boek ook als naslagwerk kan worden gebruikt. Het boek wordt gecompleteerd door een nawoord van vertaler Wijnand Mees over historie en actualiteit van Steiners basiswerk.