Welke afspraken maakten bouwheer en aannemer voor 1650 met elkaar voordat er werd begonnen met de bouw van een stadhuis, een kerk, een kasteel of een huis? Welke garanties waren er dat het werk goed werd uitgevoerd? Wie zorgde voor het materiaal? Wat te doen bij overmacht of meerwerk? En hoe legde men deze afspraken vast? Deze en andere vragen staan in deze studie centraal.
Gabri van Tussenbroek (1969) onderzocht circa 250 bestekken en bouwcontracten in de Nederlandse bouwwereld van voor 1650. Hij is bouwhistoricus bij Bureau Monumenten & Archeologie van de Gemeente Amsterdam en docent architectuurgeschiedenis en monumentenzorg aan de Universiteit van Utrecht.