Op zondag 8 april 1945 wordt in het ‘Capitol’ in Halberstadt bij de matineevoorstelling de beroemde speelfilm Thuiskomst getoond. Mevrouw Schrader start de voorstelling pünktlich om tien uur. Net na de patriottische reclame begint plotseling het doek te trillen en een ogenblik later wordt ze door de luchtverplaatsing naar een hoek onder het balkon gekatapulteerd. Boven zich ziet ze de blauwe hemel met een geweldige rookpluim. Nu de grote luchtalarm-schep pakken, denkt ze, en de bioscoop gereedmaken voor de voorstelling van twee uur! Maar de volgende Bomber-staffel dwingt haar tot andere gedachten.
Een tuinman loopt achter paard-en-wagen met daarop vier doodskisten door het puin naar de begraafplaats. Zijn loon: een fles zwartebessenjenever, vier eieren en twee braadworstjes. Wanneer hij de volgende staffel Britten ziet aanvliegen, zoekt hij dekking in een greppel en doet een vroeg dutje, omdat het een dag met overuren zal worden.
Zuivelwinkel Henze staat in vlammen. De eigenaar probeert met de buren eieren, margarine, kaas, boter en honing te redden, terwijl de vier kinderen van lerares Baethke naast haar op de grond gefascineerd kijken hoe de specerijen naar beneden donderen.
Scène na scène, de een nog verrassender dan de ander, laat Kluge de Halberstadttaferelen van deze zonnige 8 april op bijna filmische wijze aan de lezer voorbijtrekken. Zijn semi-documentaire beschrijving van het apocalyptische vernielingswerk van de geallieerde bombardementen stelt de vraag, waartoe de mensen te midden van dit inferno in staat zijn en voor welke uitwegen zij kiezen, uitwegen naar een ‘gelukkige toekomst’.