Op 20 november 1945 begon het proces van Neurenberg tegen de 24 belangrijkste oorlogsmisdadigers onder de nazi’s die Hitler niet gevolgd waren in de ondergang, onder wie Göring, Hess, Seyss-Inquart en Speer.
In Neurenberg worden voor de eerste keer in de geschiedenis de schuldigen aan oorlog en onnoembaar leed ter verantwoording geroepen. Het proces vormt niet alleen een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van het volkenrecht, het is bovendien een mediaspektakel van de eerste orde. De grote internationale kranten en tijdschriften sturen hun beste mensen, waaronder schrijvers als Alfred Döblin, Gregor von Rezzori, John Dos Passos, Ilja Ehrenburg, Erika Mann, Martha Gellhorn, Rebecca West en Erich Kästner, of journalisten zoals de jonge Willy Brandt.
Zij berichten over het proces en ‘Görings mentaliteit als bendeleider’, over de volkomen vernielde binnenstad en de desinteresse en ellende onder de bevolking. Twijfels – of de vernieling van Dresden wel juist was, of een internationaal gerechtshof in de toekomst kan verhinderen dat ‘een dorp wordt aangestoken en gezamenlijk de kelen van buren worden doorgesneden’ – zijn al in 1945 en 1946 te horen.
Het is, volgens Die Tageszeitung, ‘een van de meest opwindende, treurige, fantastische en spannende verzamelingen teksten van de twintigste eeuw.’ D
e gerechtszaal in de voormalige potloodfabriek Faber-Castell wordt in september 2020 door Angela Merkel als museum geopend.