In 2016 slikten meer dan een miljoen Nederlanders een antidepressivum. Over de behandeling van depressie is al veel geschreven, over de betekenis ervan veel minder. In De grenzen van mijn taal. Een klein filosofisch onderzoek naar depressie gebruikt Eva Meijer haar eigen ervaringen met depressie als vertrekpunt om het fenomeen in kaart te brengen.
Ze beschrijft hoe je waarneming en gevoel kunnen veranderen als je depressief bent, en ze onderzoekt hoe mensen met terugkerende depressies als scheve bomen doorgroeien: hoe niet hun hersenen maar hun ziel verandert. Ze schrijft over de rol van therapie en taal, en ons vermogen om ons in gesprekken met anderen opnieuw vorm te geven.
Ook de sociale en culturele dimensies van depressie komen aan bod. Het lijkt alsof we leven in een maatschappij waarin geluk te koop is en waarin mensen vooral als consumenten worden gezien, wat bijdraagt aan de depressie-epidemie.
De grenzen van mijn taal is een pleidooi voor letterlijk in beweging blijven, goed blijven kijken en standvastig zijn. Uiteindelijk is het een zoektocht – die voert langs inzichten van filosofen en kunstenaars, wandelingen met honden en de troost van stilte, poezen, hardlopen en winterbomen – naar wat ons leven betekenis geeft.
Eva Meijer is beeldend kunstenaar, filosoof, schrijver en singer-songwriter. Haar roman Het vogelhuis (Cossee 2016) werd alom geprezen en getipt in dwdd. Het grensverleggende essay De soldaat was een dolfijn (Cossee 2017) is gebaseerd op haar proefschrift dat bekroond werd met de Erasmus Dissertatieprijs. Voorwaarts is haar
meest recente roman. Voor haar oeuvre ontving zij de Halewijnprijs. Haar werk is in meer dan twaalf talen vertaald.