Wij dromen van een lang en gezond leven voor iedereen, investeren tot het uiterste in medemenselijkheid en voeden daarmee het monster overbevolking dat verantwoordelijk is voor het snel veranderende klimaat. De Club van Rome wees hier in 1972 al op in de bestseller Grenzen aan de groei, die de wereld wakker schudde. Intussen is de bevolkingsgroei als allesbepalende factor volledig uit het klimaatdebat verdwenen, omdat daaraan buitengewoon moeilijke morele vragen gekoppeld zijn. Kun je de bevolkingsgroei wel aan banden leggen? En hoe dan?
Wanneer wij de toename van de wereldbevolking in combinatie met de welvaartsgroei bekijken, worden de gevolgen voor het klimaat heel concreet. Als een kwart van de mensheid via een smartphone toegang tot internet zou hebben, is de energiebehoefte niet meer te bevredigen. De ijskappen smelten en wij moeten onze dijken aanzienlijk verhogen wanneer in China, India of Afrika een kwart van de families een auto zou bezitten, of de Chinezen elke week een keer rundvlees willen eten. Wat is in dit conflict moreel handelen? En is een mensén klimaatvriendelijke oplossing wel te realiseren?
Van Druenen plaatst de discussie in historisch perspectief en noemt een aantal denkers die al eeuwen geleden de uiterste consequenties wisten te benoemen en daarom nog steeds worden verketterd. In zijn met verrassende inzichten onderbouwde argumentatie kiest hij voor een pragmatische positie tussen gelovigen en ontkenners.