Chinezen moeten dromen, riep de Chinese premier Xi Jinping in 2012. De 'Chinese Droom' moest een praktisch antwoord bieden op de identiteitscrisis waarin China verkeerde. Na jaren van onstuitbare economische groei moest het land zich opnieuw uitvinden, om de problemen het hoofd te bieden.
In 2016 heeft de bevolking steeds meer te besteden. De welvarende Chinezen hebben een huis, een auto en meer dan genoeg te eten. Ze ontdekken de wereld door reisjes naar Parijs, Rome en Giethoorn, wensen schone lucht en een goede opleiding voor hun kinderen. De Communistische Partij houdt het volk aan haar kant door het welvaartsniveau steeds te laten toenemen. Kritiek ontstijgt zelden het lokale niveau. Protest wordt genegeerd, en demonstraties worden in het uiterste geval neergeslagen.
In Shanghai en ver daarbuiten is het optimisme te voelen. Maar de ongelijkheid neemt toe. Stad en platteland groeien steeds verder uit elkaar. De mondaine stadsbevolking is lichtjaren verwijderd van de mijnwerkers, land- en fabrieksarbeiders. De weeffouten worden steeds zichtbaarder: de kwaliteit en bereikbaarheid van goed onderwijs, jongeren met ouderwetse denkbeelden die zich op de huwelijksmarkt presenteren, milieuvervuiling en haperende oudedagvoorzieningen.
De Chinese dromen en de alledaagse realiteit die Eefje Rammeloo schetst, geven een fascinerende inkijk in het China van vandaag en een indicatie van de richting die China op dit cruciale moment inslaat.