De schrijver Fjodor Micha vitsj reist in 1869 van Dresden naar Petersburg om uit te zoeken wat er met zijn zoon Pavel precies is gebeurd. Is hij het slachtoffer geworden van de geheime politie van de tsaar, heeft hij zelfmoord gepleegd, of is de anarchist Sergej Netsjajev verantwoordelijk voor Pavels dood? Fjodor verdwijnt steeds meer in het ongeleefde leven van zijn zoon: hij gaat in diens huurkamer wonen, draagt zijn pakken, en brengt een paar verwarrende en gepassioneerde nachten door met Pavels hospita, de mooie Anna Sergejevna, die hem niet dichter bij het raadsel van de dood van zijn zoon brengt.
Coetzee heeft hier in feite de schrijver Fjodor Dostojevski ten tonele gevoerd, en vervlecht op een geraffineerde wijze situaties en passages uit diens Boze geesten in deze meeslepende roman. Ook is dit een ontroerend verslag van de pijn die een vader ervaart als hij zijn zoon moet missen.
'Dit is grote kunst.' - The Sunday Times
'J.M. Coetzees inzichten dringen diep door in ons wezen. Wat hij daar vindt is meer dan de meeste mensen ooit van zichzelf willen weten.' - Nadine Gordimer