Eind 1914 was het westelijk front in België en Frankrijk tot stilstand gekomen. In het geallieerde kamp werd driftig naar alternatieven gezocht om elders een doorbraak te forceren. Begin 1915 werd door de Engelse regering besloten een poging te wagen Constantinopel via de Dardanellen aan te vallen. Het Ottomaanse Rijk had inmiddels de zijde van Duitsland gekozen. Een Engels-Frans vlooteskader probeerde op 18 maart 1915 de forten langs de oevers van de Dardanellen tot zwijgen te brengen, maar dat liep uit op een fiasco. Op 25 april landden vervolgens vier divisies op vijf plaatsen op het schiereiland van Gallipoli. Ook op het land bleek de Turkse tegenstand te sterk; in december 1915 en januari 1916 werden de geallieerde troepen van het schiereiland geëvacueerd. Aan geallieerde zijde streden naast de Fransen onder Britse vlag onder meer Engelsen, Australiërs, Nieuw-Zeelanders en Ieren mee en de Turken kregen steunvan de Duitsers. Alle strijdende partijen hebben over deze dramatische strijd hun eigen verhalen en mythes geconstrueerd. In de ruim negentig jaar na Gallipoli bleken sommige verhalen langdurig hun waarde te houden, anderen enigszins of diepgaand te veranderen of aan betekenis in te boeten. Naast de feiten over de strijd vormen die verhalen, mythen en hun ontwikkeling het onderwerp van dit boek. Paul Schulten en Martin Kraaijestein zijn verbonden aan de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen van de Erasmus UniversiteitRotterdam. Beiden publiceerden onder meer over diverse aspecten van de Eerste Wereldoorlog.