Dit boek is geen doorsnee terugblik: doordat de schrijver sinds zijn negende jaar notities heeft gemaakt, ondergaat de lezer het verleden heet van de naald. Hij voelt de hongerwinter in zijn botten, de Amerikaanse sleeën blinken weer als nieuw, de jaren vijftig krijgen hun conflicten terug, de Amsterdamse bohème en het ontstaan van Provo worden als ooggetuige waargenomen, en een nieuwe tijd komt met pijnscheuten, wrange komedies en lachbuien ter wereld. Onthullend zijn de herinneringen aan schrijvers (van Gerard Reve tot W.F. Hermans), maar het bijzonderste van alles is de houding die de auteur inneemt. Hij heeft niet alleen zijn ogen open, hij opent ook zijn hart. Seks en religie zijn voor Wim Zaal, geboren 1935, tot heden toe een doorleefd drama: en toch, midden in de gebeurtenissen staande, beseft hij tegelijk dat zij theater zijn alles is ijdelheid, maar je wilt er niets van missen, je krijgt geen kans om weg te zappen.