De snelle opkomst van richtlijnen, protocollen, verplicht monitoren en digitalebehandelingen binnen de geestelijke gezondheidszorg, zet de ambachtelijke encreatieve kant van het psychotherapeutisch werk in toenemende mate onder druk.De standaardisering en digitalisering in de ggz roept de vraag op welke rol er overblijft voor de therapeutische relatie. Voorstanders van standaardisering en digitalisering kennen aan de therapeutische relatie een beperkte, aspecifieke betekenis toe. Zij menen dat 'bewezen effectieve' therapeutische technieken de eigenlijke werkzaamheid van psychotherapie verklaren. Vanuit diverse moderne relationele therapiemodellen is de therapeutische relatie juist beschreven als een specifiek veranderingsinstrument, waaraan elke afgebakende therapeutische techniek principieel ondergeschikt is.In dit boek worden vier relationele therapiemodellen uitgewerkt: een cliëntgericht en systeemtheoretisch, een psychodynamisch, een leertheoretisch en een oplossingsgericht model. Voordat de auteur ingaat op deze vier modellen, laat hij zien wat de therapeutische relatie nu eigenlijk inhoudt, wat de rol van de patiënt en van de therapeut is in die relatie en wat de emotionele implicaties voor de therapeut kunnen zijn wanneer de patiënt onveilig is gehecht. Aan de hand van voorbeeldinterventies wordt geïllustreerd hoe de therapeutische relatie daadwerkelijk therapeutisch kan worden gemaakt. Verschillende monitorinstrumenten die de therapeut kan benutten om de therapeutische relatie te volgen worden besproken. Juist in deze tijd van managed care en technologische ontwikkelingen zijn goed gefundeerde perspectieven op de therapeutische relatie onmisbaar.Dit boek is bestemd voor aankomende therapeuten: studenten in de masterfase,gezondheidszorgpsychologen, klinisch psychologen, psychotherapeuten en psychiaters in opleiding. Ook ervaren collega's kunnen met dit boek hun voordeeldoen, juist nu de therapeutische relatie als therapeutisch instrument ten onrechte in de verdrukking dreigt te raken.Dr. Anton Hafkenscheid verrichtte de afgelopen decennia veel onderzoek naar despecifieke betekenis van de therapeutische relatie. Voor zijn publicaties en lezingen op dit gebied ontving hij eind 2013 de eerste Wim Trijsburgprijs van de Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie.